Verbinding: ‘Coalitie Zuidhorn heeft eerste slag qua verbinding gemist’

Deze bestuursperiode vraagt bij uitstek om een gemeentebestuur daadkracht aan de dag legt en keuzes maakt. De insteek van onze fractie is daarbij dat goede voorstellen op onze steun kunnen rekenen. Maar met het voorliggende resultaat zijn wij toch wel wat teleurgesteld. De collegevorming heeft lang geduurd, en desondanks is het collegeakkoord weinig concreet. Er spreekt weliswaar de nodige ambitie uit, maar de gedachten zijn niet allemaal even realistisch. Te meer vanwege de wel erg summiere, in onze ogen, financiële inbedding.

De titel van het programma spreekt ons wel aan: ‘verbinden’. Toch vinden we het wel jammer dat de nieuwe coalitie de eerste slag qua verbinden reeds heeft gemist: ‘Op geen enkele manier zijn wij betrokken geweest bij het tot stand komen van dit programma. Tenzij ons enige gesprek in de formatieronde genoeg input is geweest in de ogen van de coalitie. Om betrokkenheid te krijgen, is er allereerst verbinding nodig.

Toch zijn wij verheugd dat de nieuwe coalitie, ons verkiezingsprogramma, zo goed heeft bestudeerd. De term ‘inclusieve samenleving’ spreekt ons bijvoorbeeld bijzonder aan. Maar het moet gezegd: dat deed het ook al! Want anders zouden wij dat ook niet hebben opgenomen in ons programma.

De inclusieve samenleving wil zeggen dat iedereen mee telt en iedereen mee doet, voor ons, als PvdA een bekende term. Maar wat houdt het nu daadwerkelijk in? U staat voor de menselijke maat, voor nabijheid en herkenbaarheid, ongeacht de schaalgrootte. Is dit het onderscheidend vermogen van onze gemeente? Dit wil toch iedereen?

De nieuwe coalitie heeft ervoor gekozen een bestuursakkoord te presenteren dat vooral gaat over de wijze waarop zij de komende vier jaar willen besturen, niet zozeer over wat ze op welk beleidsterrein willen doen. Voor ons als partij, maar ook als raad geeft dit weinig tot geen instrumenten om het College te controleren, laat staan af te rekenen. Er staat immers geen enkele resultaatverplichting in het stuk.

Welke keuzes wil het college nu eigenlijk maken? Beleidsinhoudelijk en financieel? Wij halen het niet uit dit akkoord. De enige concrete cijfers die we zijn tegen gekomen zijn de paginanummers. Waar wil het college over vier jaar dan op afgerekend worden? We worden kennelijk gevraagd om het College maar op de blauwe ogen te gaan geloven. Op zo’n manier kunnen wij als raad onze wettelijke rol niet naar behoren vervullen.

Dit College heeft de komende vier jaar tal van uitdagingen. In onze ogen zijn de transformaties op het sociale domein, de arbeidsmarkt en de aankomende herindeling van het grootste belang.

Op het sociale domein dient de gemeente als regisseur voor het uit te voeren beleid. De ambitie om uiteindelijk de voedselbank overbodig te maken spreekt ons erg aan, maar hoe dat te realiseren is ons nog niet concreet genoeg, wij zijn natuurlijk benieuwd naar de (toekomstige) plannen.

Tevens zijn we benieuwd naar het actieve lokale werkgelegenheidsbeleid. Er wordt gesproken over het in kaart brengen van de problematiek, om te weten wat er speelt. Onze suggestie is dan ook om dit minimaal westerkwartierbreed uit te laten zoeken, ook omdat in dit bestuursakkoord gesproken wordt over het betrekken van lokale ondernemers en kennisinstellingen als RUG en de Hanzehogeschool. Zowel de laaggeschoolde als de hooggeschoolde werklozen moeten weer aan het werk kunnen.

Op de voorbereiding van de herindeling in het Westerkwartier wordt geschreven over het betrekken van de inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium, namelijk een dialoog aan gaan om met deze inspiratie een gebiedsvisie Westerkwartier op te stellen. Vreemd vinden wij, dat het dan alleen vanuit onze eigen gemeente wordt geïnitieerd. Waarom dit niet gezamenlijk oppakken met de andere westerkwartiergemeenten? Of willen we onszelf in een uitzonderlijke positie zetten?

Voorzitter, terugkomend op wat ik zonet al zei over de ambities en voorstellen. Er worden zaken genoemd, waarop de gemeente niet of nauwelijks invloed heeft: bijvoorbeeld krimp, leegstand en werkgelegenheid. Wij wijzen erop dat goede voornemens nog geen goede voorstellen zijn. Onze steun aan voorstellen zal het college dus moeten verdienen. Daarbij wensen wij B&W uiteraard alle succes”.

Mark Veenstra, fractievoorzitter PvdA