‘Als er een wind van verandering blaast, bouwen sommigen schermen en anderen windmolens’
Als er een grote verandering plaatsvindt ontstaat er altijd gedoe. Dat moet ook, want dat toont een grote betrokkenheid bij het onderwerp. En als er één onderwerp betrokkenheid genereert in de gemeentelijke politiek, dan zijn het wel de decentralisaties in het sociale domein. Iedereen kent wel een familielid, of een vriend of een kennis die met zorg te maken heeft en krijgt. Het gaat ons dus allemaal aan! En nu komt het heel dichtbij: de gemeente gaat erover!
De verandering wordt fantastisch gesymboliseerd met de vlinder op het omslag. De vlinder staat symbool voor gedaanteverwisseling, voor verandering, voor mutatie, voor transformatie, voor vreugde en vrijheid.
Vlinders symboliseren transformatie, zij beginnen als rupsen en lijken daarna dood te gaan in hun cocons, om vervolgens weer te voorschijn te komen als prachtige vlinder.
Deze metafoor is prima toepasbaar op de decentralisatie in het sociale domein. Ooit hadden we de verzorgingsstaat. Iedereen kreeg de zorg die hij nodig had. Maar de zorg werd onbetaalbaar met het toenemen van de mensen die zorg nodig hadden en de gestegen kosten van de zorg. Iedereen is er van overtuigd, zo kan het niet langer. Het werd tijd voor hervormingen. Bezuinigen in de zorg moet, maar de zorg moet wel beschikbaar zijn en blijven voor iedere Nederlander.
Nu gaan we er in de gemeente Zuidhorn zelf over. Gelukkig maar zou je bijna zeggen. De gemeente Zuidhorn heeft zich immers altijd als een sociale gemeente getoond met een ruimhartig sociaal beleid, daar verdienen verantwoordelijke colleges en opvolgende raden complimenten voor. De PvdA is er enorm voor, dat dit beeld overeind blijft. Decentralisatie mag niet ten koste gaan van mensen die van zorg gebruik maken.
Alle voortekenen wijzen wel de goede richting op. Er is gezamenlijk met de andere gemeenten in het Westerkwartier hard gewerkt om het voor elkaar te krijgen. Dit document toont dat aan: we zijn er klaar voor! Wettelijk gezien is er uitstekend aan de opdracht voldaan! We kunnen op 1 januari 2015 beginnen. Uitstel heeft geen zin, dat is alleen maar uitstel van discussie en de koudwatervrees duurt langer. Volgens ons zijn de kaders duidelijk en is er beslist geen paniek nodig, ook niet in de jeugdzorg. We hebben goede afspraken met de andere gemeenten in de provincie Groningen (m.u.v. Bellingwolde). Solidariteit is voor ons een groot goed en daar moeten we niet aan tornen.
Maar let wel op: gedoe komt er toch. Want ook al zijn we er klaar voor, er zal straks ongetwijfeld iets misgaan. Zo was het in de oude situatie, zo zal het straks ook gebeuren. Deze operaties hangen samen met mensenwerk, mensen maken fouten, dus gaat er vast iets mis. Dat kunnen we met de beste wil van de wereld niet voorkomen. Maar dan komt het er op aan. Gaan we direct in de paniekstand en bouwen we windschermen of leren we van de fouten, maken we een risicoanalyse en blijven we voor de kansen gaan om er wat van te maken. De fractie van de PvdA kiest voor het laatste, de kansen, we bouwen liever molens om van de wind te profiteren.
Dus begin, maar wees waakzaam. Wij ondersteunen in dit verband uitdrukkelijk de adviezen van de gezamenlijke WMO adviesraden die een reactie hebben gegeven op de notitie. De adviesraden willen heel nauw betrokken blijven bij de evaluatie en ongeveer eens per 2 maanden op de hoogte worden gehouden hoe het gaat. Wij hebben als fractie uit betrouwbare bron vernomen dat het huidige klanttevredenheidsonderzoek is betiteld als niet meer te gebruiken. Voorafgaand aan de uitkomst kun je de 8 namelijk al noteren. De geënquêteerden voelen zich niet onafhankelijk genoeg. Ze zijn bang dat een slechte beoordeling een gevolg heeft voor een eventuele volgende indicatie. Ervaringsonderzoek via bijv. spiegelgesprekken geeft betere en vollediger resultaten. Er is onlangs vanuit het UMCG hierover een voorlichting geweest. Is het college daarvan op de hoogte?
Speciale aandacht kan wellicht nog gegeven worden aan het betrekken van de medewerkers van MEE Groningen. Zij zijn onafhankelijk en hebben een grote expertise op het gebied van indicatie stelling en doorverwijzen.
Gebruik maken van deze mensen is wenselijk en kan een belangentegenstelling wegnemen. Inwoners kunnen denken dat de gemeente er op uit is om zo weinig mogelijk geld uit te geven en de mensen van het WMO-loket daartoe instructie zou hebben kunnen geven.
Met het betrekken van de MEE Groningen medewerkers garandeert je onafhankelijkheid en tevens kun je gebruik maken van kennis en ervaring opgedaan in andere gemeenten waar ook MEE Groningen medewerkers werkzaam zijn. Het kan overigens natuurlijk geen kwaad te doen aan deskundigheidsbevordering bij de WMO-consulenten, de eigen medewerkers..
Naast de beperkingen van minder middelen zien we mogelijkheden. Bij de PvdA leeft de indruk dat er beslist meer burenzorg, buurtzorg, ‘noaberzörg’, kan worden gerealiseerd. Bovendien stimuleer je hiermee de saamhorigheid in wijken en dorpen en komen er eerder signalen door voor als er meer zorg/hulp nodig is. Maar het is niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Niet iedereen heeft familieleden in de buurt, niet iedereen heeft buren die professionele zorg kunnen bieden, niet iedereen heeft een sociaal vangnet beschikbaar. Een belangrijke rol is weggelegd voor het maatschappelijke middenveld: Humanitas, ANBO, de SwgZ, de sportclubs, andere verenigingen, maar ook de PCOB en kerken. Zij hebben een signaleerfunctie, een functie om te helpen, maar vormen ook een schakel naar de overheid die professionele hulp kan inschakelen. Ook naar de professionele hulp toe voelen we een verantwoordelijkheid. De professionele zorg en werkgelegenheid moet overeind blijven.
Daarop sluit ook aan hoe we als gemeente met de PGB omgaan. We hebben van een verontruste inwoner daar een e-mail over gehad. Die mail toont de onrust en zorg aan. Wij hebben in vorige behandelingen aangegeven de PGB als een waardevol instrument te zien.
Gelukkig kunnen we constateren in de stukken dat PGB voor 2015 overeind blijft. Maar, gaat het college nu wel of niet een PGB honoreren in geval van hulp door de naaste sociale omgeving, hetgeen bij amendement in de Tweede Kamer is toegestaan.
Volgens ons moeten bezuinigingen moeten vooral gezocht worden in de overhead van grotere zorginstellingen. Veel tijd en geld gaat zitten in overdreven veel verantwoording en administratie voor het naleven van regels, protocollen, voorschriften etc. bij de zorginstellingen. We moeten af van ‘stopwatch-zorg’! Er is een grote besparing te realiseren, als we het gezonde verstand laten prevaleren boven de regelzucht en controle daarop. (voorbeeld; het lijkt belangrijker dat er een paraaf staat in de wc bij het benzinestation dan dat de betreffende wc schoon is).
Voor ons is het heel belangrijk dat op die manier ook de keukentafelgesprekken worden gevoerd. Geef cliënten voorafgaand aan een gesprek nuttige tips, de WMO-adviesraad kan u daarbij helpen. Uitgangspunt is: het goed luisteren naar de klant en zijn naaste. Volg zijn/haar wens en accepteer de situatie, ook al is die wellicht in onze ogen niet ruim/hygiënisch/schoon genoeg. Lever maatwerk voor de zorgbehoeftige en kijk niet naar de buren of naar hoe het in Amsterdam of Breda geregeld is. Ambtenaren zijn geneigd de regels voorop te stellen, niet onlogisch natuurlijk. Wij pleiten voor maatwerk, het gaat om de zorg, om de mensen. Maak van een gesprek een schriftelijk verslag. Maar we moeten een middenweg zien te vinden tussen laissez-faire van vroeger, de reactie daarna van bovenmatige controle, naar nu wél verantwoorden, maar niet nodige zorg daarmee onthouden.
De mensen zijn ook bang voor het “doktertje spelen” door ambtenaren. Het voorbeeld is al bekend van zorgverzekeraars die bepalen of en waar een operatie noodzakelijk is, i.p.v. dat over te laten aan patiënt en arts.
Daarom willen wij vanuit onze zorg voor de mensen ook graag op de hoogte worden gehouden van hoe het gaat met de decentralisaties in 2015. Het gaat ons om verslaglegging om van te leren en hoe het verder moet vanaf 2016. De rapportage is voor ons vooral kaderstellend bedoeld. Het gaat uitdrukkelijk niet om het beknotten van de vrijheid, de ruimte en de deskundigheid van de professionals.
Ten aanzien van Jeugdzorg. Als we op 1 januari 2015 zijn begonnen hebben we nog alle tijd om alles nader en vooral beter vorm te geven. 2015 is een overgangsjaar met garantie van zorg voor de jeugd (en de ouders) die dat nodig hebben.
Dan komen er in 2016 kleine veranderingen afhankelijk van de ontwikkelingen. Voor ons is het belangrijk dat we stevig inzetten op welzijn, onderwijs, en sport om jeugd uit andere circuits, de veel dure gespecialiseerde zorg, te houden.
Als gevolg van een aangenomen amendement van PvdA en Groen Links in de Tweede Kamer bestaat er de mogelijkheid in de WMO dat inwoners het recht hebben om de gemeente uit dagen als ze denken de zorg beter te kunnen organiseren.. Wij willen dat het college een voorstel hierover aan de raad voorlegt waar aan dat recht wordt tegemoet gekomen. Ook op terrein van participatie en beheer openbare ruimte zou dit kunnen worden toegepast. Wij staan open voor initiatieven van inwoners en het college ook volgens haar collegeakkoord.
Tenslotte nog wat opmerkingen over de Participatiewet
Als er ergens tegenwind waait, dan is het wel op het gebied van arbeid. Veelal jonge hulpverleners in de zorg en de sociale sector dreigen hun baan te verliezen, die we op termijn misschien weer tekort komen. Wij stellen voor om met verschillende instellingen op het gebied van werk, onderwijs, zorg en welzijn in gesprek te gaan, om daarmee zo veel mogelijk banen te behouden.
Aan de andere kant biedt de participatiewet zowel kansen als bedreigingen. Kansen omdat er meer krachten op de arbeidsmarkt komen, bedreigingen omdat er op dit moment geen werk te over is. Uit een eerder gehouden enquête onder de bedrijven in het Westerkwartier blijkt, dat 60% van de directies geen papieren rompslomp wenst en geen eventuele begeleiding kan verzorgen. Die begeleiding is in onze ogen uiterst belangrijk.
Als gemeente zouden we ook het onderwijs willen betrekken, zodat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zich zouden kunnen laten omscholen, om in een bepaalde sector waar vraag naar personeel is, weer aan het werk te kunnen. We horen graag de mening van het college hierover.
Maar ook de inzet van middelen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid zullen wij kritisch volgen. Er komen gelden vanuit Rijk en provincie beschikbaar. We kunnen het ons immers niet permitteren dat dit geld op een niet-effectieve wijze wordt ingezet. Daarvoor zien we graag een goed uitgewerkt plan van het college medio 2015 tegemoet. Wellicht kan het meegenomen worden in het nieuw te vormen beleid vanuit het coalitieakkoord.