2 juli 2014

Wordt sporten in Zuidhorn onbetaalbaar?

Op 1 juli 2012 is de ‘Wet markt en overheid’ van kracht geworden. Deze wet geeft een aantal spelregels die gelden voor overheden, zoals gemeenten, bij de uitvoering van economische activiteiten. In technische zin gaat het om het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Om het meteen tastbaar te maken: het gaat dus ook om de verhuur van gemeentelijke sportvoorzieningen, zoals sporthallen.

De belangrijkste spelregel van de wet is dat een gemeente dergelijke economische activiteiten wel mag verrichten, maar daarvoor dan de volledige kostprijs in rekening moet brengen aan de afnemer. Kortom, van badmintonclub tot tafeltennisvereniging moet worden gevreesd dat de contributies straks de pan uit gaan rijzen om de kosten van de zaalhuur te kunnen blijven opbrengen.

Wij vrezen dat dit de dood in de pot is voor een bloeiend verenigingsleven in onze gemeente. Immers, door de hoge contributies kon het ledental wel eens drastisch gaan dalen. Dit is een zeer onwenselijke ontwikkeling.

Dan hoeft wethouder Bakker nu dus bijvoorbeeld helemaal niet op zoek te gaan naar geld voor een kunstgrasveld voor hockey en voetbal, zoals laatst in door Groen Links is voorgesteld: naast het feit dat er nu geen capaciteitsprobleem bestaat zoals inmiddels is gebleken, is het veel grotere gevaar dat er hier straks helemaal geen vereniging meer over is die een dergelijk veld bespeelt…!

Gelukkig maakt de wet het mogelijk om af te wijken van deze spelregels, zodat sporten voor iedereen betaalbaar kan blijven. Maar dat dient te gebeuren door een raadsbesluit waarin dergelijke ‘economische activiteiten’ worden bestempeld als ‘dienst van algemeen economisch belang’.

Op 1 juli 2014 verstreek de overgangstermijn die bij de inwerkingtreding van de wet 2 jaar terug is vastgelegd. En de raad van Zuidhorn heeft op dit punt nog geen voorstel mogen ontvangen van het college. Naar aanleiding van schriftelijke vragen van de PvdA is daarom in de raad van 30 juni een motie ingediend die het college oproept hier eindelijk eens werk van te maken, waarbij overigens ook gekeken moet worden naar de effecten voor culturele instellingen die onze gemeente rijk is.

Wij hebben die motie mede ingediend door Groen Links en CDA, en is raadsbreed aangenomen. Wij verwachten tijdens de volgend raadsvergadering in september een voorstel van het college op dit punt. Tot die tijd moet het college geen onomkeerbare stappen zetten die het realiseren van het doel van de motie in de weg staan.

De PvdA vindt dat sport toegankelijk moet zijn en sportbeoefening moet worden bevorderd. Met hogere contributies gebeurt dus juist het omgekeerde. Sport heeft een belangrijke maatschappelijke functie: het is goed voor de volksgezondheid, de sociale contacten (of zoals wij in ons verkiezingsprogramma schreven het ‘sociaal cement van de samenleving’) en uiteindelijk ook voor de leefbaarheid in onze dorpen.

Daarom hebben wij het college opgeroepen in actie te komen. Of om het in sporttermen te stellen: voor wethouder Bakker is op dit punt inmiddels de blessuretijd aangevangen.